Hoe staat de atmosfeer ervoor? Tweemaal per dag beoordelen KNMI-meteorologen de weermodellen in deze synoptische analyse - de analyse van de huidige toestand van de atmosfeer - en ze kijken naar wat de modellen zeggen over de nabije toekomst.
Korte termijn tot +48 uur | Meerdaagse modelbeoordeling
Synoptische situatie
Een lagedrukgebied boven de Noorse Zee trekt noordwaarts en houdt en zuidwestelijke stroming in stand. Een NO-ZW georiënteerd koufront ligt momenteel (16 UTC) vrijwel stationair (evenwijdig aan de stroming) ten zuidoosten van ons land. Dit front markeert de overgang tussen theta-w = 8-9°C op 925 hPa ten zuidoosten van dit front en 4-5°C ten noordwesten ervan. Aan de grond ligt dit front iets noordwestelijker, te herkennen aan een band met lage bewolking/St in de grenslaag. Een ZO-NW georiënteerde rug boven het noorden van Frankrijk trekt noordoostwaarts en passeert in de nacht naar zaterdag. Een tweede lagedrukgebied trekt vanaf de oceaan zuidoostwaarts naar Ierland, waardoor de stroming zuidelijk wordt. Zaterdag overdag zien we een hoogtetrog over het westen van de FIR noordwaarts trekken. In de zuidelijke stroming trekt vervolgens het front als warmtefront noordwestwaarts en passeert in de zaterdagavond en nacht naar zondag. In dit front is boven het noordwesten van Frankrijk een stabiele golf ontstaan die over het midden en westen van het land noordwaarts trekt. In de nacht naar zondag trekt het laag (met een afgesnoerd hoogtelaag) verder zuidoostwaarts richting het westen van Frankrijk. Hierdoor wordt de stroming zuidoostelijk en voert (van oorsprong) continentaal tropische lucht aan. Het (diffuse) koufront boven het uiterste noordwesten van Frankrijk bereikt ons daardoor waarschijnlijk niet.
Modelbeoordeling
We zien aanzienlijke verschillen in de grenslaag vannacht en zaterdag overdag tussen Har43 en EC, waarbij Har43 over vrijwel heel Nederland (m.u.v. zuid-Limburg) mist berekent i.t.t. EC, die dit pas aan het begin van de ochtend berekent in het midden. We zien in de EC uitvoer in de noordwestelijke helft beduidend meer wind (ook net boven de grenslaag) dan in Har43 omdat de rug in dit model wat smaller en beter doorstroomd is dan in de Har43 uitvoer. Een ander aandachtspunt is de aanwezigheid van hoge bewolking (Ci), die zeker in het zuidoosten wat dikker kan zijn en de uitstraling enigszins kan verhinderen. M.u.v. het uiterste zuidoosten verwachten we dat EC de ontkoppeling onderschat, en dat er vanavond laat en vannacht op veel plaatsen mist ontstaat (het eerst in het zuiden). In het noordwesten zou dit later in de nacht en zaterdagochtend ook in de vorm van St (basis aan dek) aangevoerd kunnen worden vanuit het zuiden. Het Har43 eps geeft een goede indicatie voor de timing en locatie van de mistvorming, want de individuele runs springen nogal. Morgenochtend en middag zien we vervolgens de mist in het noord(west)en maar langzaam optrekken tot St. De zuidelijke helft profiteert dan tijdelijk van lijwerking van de Ardennen/Sauerland waardoor de condities verbeteren. Bij het warmtefront zien we met name boven land vervolgens weer grote verschillen tussen EC en Har43. We volgen hierbij Har43 omdat EC meestal te droog is in de grenslaag, en tegen de avond en in de nacht naar zondag waarschijnlijk de doormenging overschat verder stroomafwaarts van de Ardennen en het Sauerland (in de ruime noordwestelijke helft van het land, en boven zee). In de loop van de nacht naar zondag en zondag overdag komen we verder in de warme sector waardoor de condities van het zuidoosten uit sterk verbeteren.
Aandachtspunten
Wind
EC heeft enkele kn meer wind boven het noordwesten dan Har43, zie modelbeoordeling. Nabij de grond kunnen we Har43 volgen omdat het door de aanwezige opklaringen vaak meer ontkoppelt.
Zicht
M.u.v. het uiterste zuidoosten op veel plaatsen slecht zicht door (dichte) mist, als eerste in het zuiden, in de loop van de nacht ook verder noordwaarts. Hierbij is kans op code geel, al staat er in het noordwesten hiervoor mogelijk te veel wind. In het noorden en westen blijft het zicht mogelijk overdag nog lang matig tot slecht. We nemen hiervoor het Har43 eps als uitgangspunt. Bij de frontale golf matig, verder noordwestwaarts in de avond en nacht mogelijk slecht zicht in (mot)regen. Zaterdagavond laat en in de nacht naar zondag van het zuidoosten uit oplopende condities door de aanvoer van drogere lucht en toenemende wind.
Temperatuur
Afhankelijk van de hoeveelheid hoge bewolking en de dikte van de mist zou de temperatuur vannacht plaatselijk dicht bij het vriespunt kunnen komen. De EC-uitvoer berekent minder mist en is daardoor iets kouder (met name in het westen) dan de Har43 uitvoer. Actueel is de temperatuur in het westen enkele graden lager dan in de uitvoer (meer uitstraling), ondanks doorstaande wind. We zien daar dan ook wat lagere dauwpunten dan in het model, waarschijnlijk door vochttransport (dauw) naar het oppervlak. In het uiterste noordwesten waarschijnlijk enkele graden warmer door meer doormenging en aanvoer vanaf zee. In de nacht naar zondag hogere temperaturen door meer wind en bewolking.
Bewolking
Vannacht op uitgebreide schaal St (aan dek) in de vorm van mist, m.u.v. het uiterste zuidoosten. Bij het warmtefront weer St, m.u.v. het zuidoosten (profiteert van lijwerking, zie modelbeoordeling). In de warme sector van het zuidoosten uit in de nacht naar zondag en zondag overdag sterk verbeterende condities. Verder zien we boven het noordwesten nog een zwakke convergentielijn uit het Kanaal, waarin mogelijk lokaal St kan vormen vanavond en vannacht. Ook boven het noordwesten van de FIR zien we in Har43 een signaal voor St met name zaterdagochtend. De progtemps van beide modellen geven hiervoor ook wel een indicatie voor een vochtige laag rond 1000 vt. Bij de hoogtetrog zien we boven het westen van de FIR cumuliforme bewolking (TCu), maar het meeste blijft waarschijnlijk ten westen van de FIR. Vanavond en vannacht is het niet helemaal uitgesloten dat dit ook al gebeurt in het uiterste zuidwesten van de FIR (uit het Kanaal). Toppen tot FL100, in het uiterste westen van de FIR mogelijk tot FL150 (Cb).
Neerslag
Boven het Kanaal zien we momenteel enkele buien, deze zouden met het krimpen van de wind het uiterste zuidwesten van de FIR kunnen bereiken. Bij de hoogtetrog ook een enkele bui boven het westen van de FIR. De onstabiliteit is (zeer) gering. Bij het warmtefront, met name bij de golf boven het westen en midden af en toe (lichte) regen, verder noordwestwaarts toenemende kans op motregen.
geldig tot zaterdag 20 december 2025 24.00 locale tijd
Synoptische ontwikkeling
Een grootschalige hoogtetrog strekt zich komende zondag uit zuid van Groenland tot aan het Iberisch Schiereiland. Als tegenhanger bouwt hoge druk boven het zuidoosten van Europa een rug op richting de Noorse Zee. Vervolgens bouwt deze rug zich volgende week verder op en vormt zich een omvangrijk hogedrukgebied boven Scandinavië. Een deel van de eerdergenoemde hoogtetrog bevindt zich dan als hoogtelaag boven het Middellands Zeegebied. Dit zorgt in onze omgeving voor een (noord)oostelijke stroming, waarbij de aangevoerde lucht geleidelijk steeds droger en kouder wordt. Vooral rond de kerstdagen is deze oostelijke stroming mogelijk behoorlijk krachtig. In de periode richting oudjaar verplaatst het centrum van hoge druk zich waarschijnlijk westwaarts in de omgeving tussen IJsland en de Britse Eilanden, waardoor de stroming noord(west)elijk wordt en het iets wisselvalliger en minder koud kan worden.
Modelbeoordeling en onzekerheden
De overgang naar een geleidelijk kouder en overwegend droog weertype zit al runs op rij duidelijk in het EPS. Deze overgang gaat tijdelijk gepaard met een korte periode waarbij de stroming grotendeels wegvalt en de lucht nog relatief vochtig is. Komend weekeinde zien we hierdoor kans op mist in de nacht en ochtend, vooral aankomende zaterdag. Vanaf begin volgende week wordt de aangevoerde lucht geleidelijk droger, maar aangezien de brongebieden (nog) niet koud zijn en de aanvoer over een grotendeels sneeuwloos traject gaat, zal de temperatuur tot aan kerst rond het langjarig gemiddelde liggen. Vanaf -en vooral na- kerst lijkt koudere lucht onze omgeving wel te kunnen bereiken en neemt de kans op ijsdagen landinwaarts toe naar ca. 20% (was bij het EPS van 1612 slechts 5-10%) in combinatie met 30-40% kans op matige vorst in de nacht en ochtend. Dit laatste lijkt wat overdreven, omdat de minima door Sc-velden (die boven het nog relatief warme zeewater van de Oostzee gevormd worden) waarschijnlijk getemperd gaan worden. Het EPS schat de hoeveelheid zonneschijn (en dus ook opklaringen in de nacht) bij de eerste winterse (noord)oostelijke stroming vaak te positief in. Wat vooral zal opvallen is de gevoelstemperatuur zo rond kerst. Bij een straffe oostenwind voelt het dan overdag aan als ca. -4°C, in combinatie met vrij grijs weer. Een opvallend verschil in vergelijking met vorige EPS-runs is dat de optie met een as zuid van ons land vrijwel geheel is verdwenen. De zachtere leden worden nu puur veroorzaakt doordat echt koudere lucht ons land gewoonweg niet kan bereiken. De oostflank van het Scandinavisch hoog is dan te oostelijk gepositioneerd (20% van de leden). Naast dat het vrijwel droog blijft (neerslagkansen 10-20%), blijft ook de kans op winterse neerslag verwaarloosbaar. Een witte kerst zit er dan ook dit jaar niet in, het maximaal haalbare lijkt een enkele (mot)sneeuwvlok uit aangevoerde Sc-velden. Wanneer richting oudjaar de stroming mogelijk noordelijk wordt neemt de kans op winterse neerslag pas wat toe. Dit is echter nog ver weg, maar de clusters laten geen andere optie zien.
Samenvatting meerdaagse-periode
Eerst zacht, af en toe regen en in het weekeinde kans op mist in de nacht en ochtend. Begin volgende week aanhoudend grijs, maar vrijwel droog en geleidelijk dalende temperaturen.
Samenvatting EPS-periode
Eerst vrijwel droog met een grote kans (70%) op (vrij) koud winterweer en een kleine kans (30%) op een vrij zacht weertype. Aan het einde van de periode 50% kans op een overgang naar meer wisselvallige en (tijdelijk) minder koude condities.
Geldig van zondag 21 december tot vrijdag 02 januari